vrijdag 11 september 2020


FILMGODINNEN

Deel 1


JOAN CRAWFORD

1904 - 1977
                

In deze nieuwe reeks presenteren wij onze Top 36 van de mooiste filmactrices aller tijden. Onze criteria: ze zijn of waren niet alleen oogverblindend mooi, maar danken hun roem ook aan hun acteertalent en charisma. Van knappe starlets met weinig acteertalent of uitstraling gaan er immers dertien in een dozijn, en die hebben we dus genegeerd in onze selectie. 

We onthullen onze Top 36 van de meest oogstrelende filmgodinnen in chronologische volgorde op basis van hun geboortedatum. 

Hieronder vindt u deel 1: over de Amerikaanse actrice Joan Crawford .




De eerste Queen of the Movies


Ja, wij weten dat dit donkerharige Hollywoodicoon (met Engelse, Ierse, Franse en Zweedse voorouders) een jaar na haar dood in het door haar dochter Christina geschreven en later verfilmde boek Mommie Dearest beschuldigd werd van alcoholisme en allerlei vormen van kindermisbruik, waaronder wrede psychologische terreur en gewelddadige woedeuitbarstingen.


Hoe dan ook, spijts de pejoratieve geruchten die rond haar de ronde doen, kan niemand ontkennen dat de Amerikaanse actrice Joan Crawford vanaf 
haar filmdebuut in 1925 jarenlang indruk maakte met haar charismatische uiterlijk en veelzijdige vertolkingen, eerst in stille films zoals Sally, Irene and Mary (1925), The Taxi Dancer (1927), The Unknown (1927), Our Dancing Daughters (1928) waarin Crawford haar danstalent toonde en waarmee zij doorbrak bij het grote publiek, en later in talrijke geluidsfilms zoals Untamed (1929), Montana Moon (1930), Paid (1930), Dance, Fools, Dance (1931), Laughing Sinners (1931), Possessed (1931) waarvoor Crawford een Oscarnominatie kreeg, Letty Lynton (1932), Dancing Lady (1933), Chained (1934), Forsaking All Others (1934), Sadie McKee (1934), No More Ladies (1935), I Live My Life (1935), The Gorgeous Hussy (1936), Love on the Run (1936) en The Last of Mrs. Cheyney (1937).



Een promotiefoto van Joan Crawford
voor de film Laughing Sinners (1931).
Crawford, die in 1937 als eerste door het Amerikaanse Life magazine uitgeroepen werd tot
 Queen of the Movies, had grote sprekende ogen en wenkbrauwen, een karaktervolle rechte neus en een expressieve, soms strenge mimiek, wat haar op latere leeftijd geschikt maakte voor dramatische karakterrollen in o.m. het romantisch drama Strange Cargo (1940) van Frank Borzage, de film noir A Woman's Face (1941) van George Cukor, de film noir Mildred Pierce (1945) van Michael Curtiz, waarmee Crawford haar enige Oscar won, de film noir Possessed (1947) van Curtis Bernhardt, de uitstekende film noir Sudden Fear uit 1953 met tegenspeler Jack Palance (lees onze recensie hier), waarvoor Crawford een Oscarnominatie kreeg, de psychosociale cultwestern Johnny Guitar (1954) van Nicholas Ray, het psychosociaal drama The Best of Everything (1959) van Jean Negulesco, de memorabele psychologische huis clos-thriller Whatever Happened to Baby Jane? (1962) van Robert Aldrich, waarin Crawford tegenover Bette Davis speelt, en de psychologische horrorthriller Strait-Jacket (1964) van William Castle, waarin Crawford met brio een tot waanzin gedreven vrouw belichaamt.


Joeri Naanai


Klik op de oranje links voor:
















Geen opmerkingen:

Een reactie posten