Wolf van Mike Nichols ★★★½
Terwijl Will Randall (hoofdrol van Jack Nicholson) op een koude winteravond bij volle maan in zijn wagen huiswaarts keert, rijdt hij op een stille landweg in de bossen van Vermont per ongeluk een grote wolf aan. Will ziet het dier roerloos op de weg liggen en meent dat het dood is, maar wanneer hij de wolf benadert bijt het beest plots in Wills hand...
Will is een sympathieke, getrouwde, galante en belezen man van middelbare leeftijd. Hij werkt al jarenlang in Manhattan, New York als hoofdredacteur van een uitgeverij. De uitgeverij staat echter op het punt overgenomen te worden door de schatrijke zakenman Raymond Alden (bijrol van Christopher Plummer). Vermits Alden de winstmarges van de uitgeverij wil opdrijven, terwijl Will veeleer de literair-artistieke belangen van 'zijn' schrijvers behartigt, vreest Will dat zijn positie als hoofdredacteur op de tocht staat. Binnen de uitgeverij krijgt Will weliswaar morele steun van onder anderen zijn jonge protégé Stewart (James Spader), die werkt op de marketingafdeling van de uitgeverij. Zo zegt Stewart tegen Will dat niemand beter gekwalificeerd is voor de positie van hoofdredacteur dan Will. Toch blijft Will vrezen voor zijn ontslag...
Op het riante landgoed van Alden krijgt Will van de zakenman eindelijk te horen wat deze van plan is met de uitgeverij (maar die plannen verklappen we hier niet). Op het landgoed maakt hij ook kennis met Aldens volwassen en eigenzinnige dochter Laura (Michelle Pfeiffer), die op gespannen voet leeft met haar vader.
Intussen begint Will te merken dat hij zich plots veel energieker dan gewoonlijk voelt. Vooral na zonsondergang. Bovendien staan zijn zintuigen op scherp: hij ruikt en hoort veel beter en hij heeft zijn leesbril niet meer nodig. Ook zijn seksuele appetijt neemt toe. Vreemd... Zit de beet van de wolf daar misschien voor iets tussen...?
Will voelt zich alsof hij herboren is en gebruikt zijn nieuwe energie om voor zichzelf op te komen. Terwijl hij op een Nietzscheaanse wijze gradueel transformeert van een minzame gentleman die over zich heen liet lopen tot een vrijgevochten en strijdbare alfaman die zich op professioneel en persoonlijk vlak veel assertiever opstelt, vindt hij steun uit onverwachte hoek: bij Laura...
Een postmoderne weerwolffabel
De Engelse filosoof Thomas Hobbes schreef in zijn boek Elementa philosophica de cive uit 1642: "Homo homini lupus". Deze Latijnse uitspraak betekent: "De mens is een wolf voor zijn medemens." Het is een variant op een veel oudere uitspraak van de antieke Romeinse toneelschrijver Plautus in diens komedie Asinaria uit circa 211 voor Christus, waarin Plautus schreef: "Lupus est homo homini, non homo, quom qualis sit non novit." Vrij vertaald, betekent de uitspraak van Plautus: "De mens is veeleer een wolf dan een mens voor zijn medemens als hij zijn medemens niet kent." Plautus had het hier over onder meer de angst voor het onbekende, terwijl Hobbes focuste op de primitieve, egocentrische en gewelddadige aspecten van onbeschaafd menselijk gedrag. Dat mensen zich ten opzichte van elkaar vaak als wilde 'wolven' gedragen, is immers een universeel en tijdloos inzicht, dat onder meer van toepassing is op de egoïstische ambities en geldlust van manipulatieve carrièristen die er in het postmoderne dog-eat-dog bedrijfsleven alles voor over hebben om hun eigen belangen vooruit te helpen, zelfs ten koste van anderen, zoals het hoofdpersonage Will Randall tot zijn scha en schande ontdekt in de psychosociale horrorthriller Wolf uit 1994 van de Amerikaanse cineast Mike Nichols.
In dat opzicht hoort Wolf thuis in het rijtje van kritische films over de schaduwzijden van carrièrisme, zoals bijvoorbeeld All About Eve (1950) van Joseph L. Mankiewicz, Wall Street (1987) van Oliver Stone, Bad Influence uit 1990 van Curtis Hanson (bekijk de hele film hier), Glengarry Glen Ross (1992) van James Foley, The Firm (1993) van Sydney Pollack, Disclosure (1994) van Barry Levinson, The Devil's Advocate (1997) van Taylor Hackford en The Founder (2016) van John Lee Hancock.
Elk van die films bekritiseert egoïstisch carrièrisme dat figuurlijk kan getypeerd worden met de uitspraak Homo homini lupus, maar Wolf verschilt van de andere voormelde films omdat de uitwerking van dat psychosociale thema ook een letterlijke dimensie krijgt: Wolf is behalve een psychosociaal en tot op zekere hoogte satirisch drama over de bikkelharde en vaak geniepige concurrentie in het bedrijfsleven immers ook een postmoderne variant op de eeuwenoude griezelverhalen over weerwolven. In de eerste helft van de film blijft de horror nog onderhuids als een omineuze mogelijkheid, waarbij de beet van de wolf vooral fungeert als metafoor voor de katalysator van Wills psychosociale transformatie, maar nadien, en vooral in de finale, veruitwendigt de metamorfose zich ook op fysiek vlak en wordt Wolf een volbloed horrorthriller.
De Schone en het Beest
Wolf heeft ook een tragiromantische dimensie: Will is weliswaar gehuwd met Charlotte (gespeeld door Kate Nelligan), maar na enkele plotwendingen voelt hij zich in toenemende mate aangetrokken tot Laura. In combinatie met het weerwolfthema herinnert dat aan de tragische romantiek tussen 'de Schone en het Beest' in bijvoorbeeld films over de gigantische aap King Kong en in griezelfilms zoals An American Werewolf in London (1981) van John Landis (één van onze favoriete horrorfilms; lees onze recensie hier), The Fly (1986) van David Cronenberg en Bram Stoker's Dracula (1992) van Francis Ford Coppola (bekijk de hele film hier).
Meeslepend
Jack Nicholson (één van onze favoriete acteurs) is, met zijn bijna dierlijke uitstraling, perfect gecast als het hoofdpersonage Will. Nicholson acteert aanvankelijk ingehouden en laat het beest in zichzelf pas na verloop van tijd mondjesmaat los met quasi dierlijke mimiek en motoriek, waardoor hij Wills metamorfose toepasselijk belichaamt. Alsof een laagje beleefde beschaving weggekrabt wordt en daaronder een roofdier schuil blijkt te gaan.
Michelle Pfeiffer (één van de mooiste filmgodinnen aller tijden) is, zoals we van haar gewoon zijn (lees ons biografische portret hier), beeldschoon en charmant in haar rol van Laura, die stilaan emotioneel ontdooit.
Christopher Plummer acteert uitstekend in zijn bijrol van de berekende tycoon Raymond Alden. Jammer dus dat hij slechts in enkele vrij korte scènes te zien is.
Ook Kate Nelligan overtuigt in haar bijrol van Wills echtgenote Charlotte.
Het meest hebben wij echter genoten van James Spader als Wills jonge protégé Stewart. Spaders veelzijdige vertolking van de ambitieuze en gluiperige yuppie Stewart is om van te snoepen. Zijn interacties met Nicholson leveren enkele fascinerende scènes op, zoals de onvergetelijke scène waarin Will in het toilet van de uitgeverij plots op Stewarts schoenen plast. Stewart roept verbouwereerd: "Ben je gek?" Will, die zich tegen dan reeds verzoend lijkt te hebben met de wolf in zichzelf, antwoordt doodkalm: "Nee, ik ben gewoon mijn territorium aan het afbakenen."
Dat Spader een getalenteerde en veelzijdige acteur is, bewees hij eerder al in de hogervermelde psychosociale neo noir misdaadthriller Bad Influence uit 1990 (bekijk de hele film hier). Die meeslepende film draait trouwens ook rond een man (gespeeld door Spader) die onder externe invloed veel assertiever wordt op professioneel en persoonlijk vlak, maar daar een hoge prijs voor betaalt, net als Will in Wolf. Misschien vonden de scenaristen van Wolf (Jim Harrison, Wesley Strick en Elaine May) en regisseur Mike Nichols inspiratie in Bad Influence...?
Sfeervolle camp
Wolf is sfeervol in beeld gebracht dankzij het degelijke camerawerk van de ervaren Italiaanse cameraman Giuseppe Rotunno.
Ook de muziek van de wereldberoemde Italiaanse maestro Ennio Morricone is sfeervol, maar zijn composities voor Wolf zijn minder memorabel dan zijn magistrale muziek voor onder meer de films van zijn landgenoot Sergio Leone (lees ons achtergrondartikel over Morricone's filmmuziek hier).
Rick Baker zorgde voor de special effects in Wolf. Hij was niet aan zijn proefstuk toe, want Baker won eerder een Oscar voor de special make-up effects in de hogervermelde horrorfilm An American Werewolf in London (lees onze recensie hier).
Spijts al het talent dat meewerkte aan Wolf (zoals Nicholson, Pfeiffer, Spader, Plummer, Nelligan, Rotunno, Morricone, Baker en regisseur Mike Nichols), is de film, hoewel boeiend en onderhoudend, toch een gemiste kans op sommige vlakken. Zo is Wolf slechts bij momenten echt spannend en ook op romantisch vlak wat te tam.
Als een satire, die flirt met de grenzen van camp, valt er in Wolf te genieten van enkele humoristische momenten, zoals onder meer de hogervermelde plasscène en de volgende dialoog tussen Will en zijn huisarts:
Dokter: "Last summer, the son of a friend of mine sustained brain damage from a snake bite. This kid was just sitting in front of his pool and the next thing you know, he has brain damage."
Will: "Is he all right?"
Dokter: "Who?"
Will: "Your friend's son?"
Dokter: "No, you idiot: he has brain damage."
Maar ook op (tragi)komisch vlak had de film nog wat meer tanden, bijvoorbeeld nog meer en scherpere zwarte humor, kunnen gebruiken.
Kortom, Wolf is een raar beestje, dat niet iedereen zal kunnen bekoren, maar we toch kunnen aanbevelen als een boeiende postmoderne fabel over de sluimerende 'wolf' in elk van ons.
JN.
Wolf (USA-1994): beschikbaar op dvd en blu-ray disc.
Met: Jack Nicholson, Michelle Pfeiffer, James Spader, Christopher Plummer en Kate Nelligan.
Genre: horrorthriller / psychosociaal drama / romantiek / satire