zondag 21 oktober 2018

Een fascinerend doolhof van percepties

Burning  van Chang-dong Lee     ★★★★




"It’s not a question of making yourself believe 
there is an orange there. 
You have to forget there isn't one.
 That’s all.”

Het personage Hae-mi in Burning.


2018 is nog niet voorbij, maar wat ons betreft is Burning (2018) van de Zuid-Koreaanse cineast Chang-dong Lee tot op heden de beste film van het jaar.

Burning (originele Zuid-Koreaanse titel: Beoning) is een intrigerend psychosociaal relatiemysterie dat evolueert van een romantisch drama naar een beklijvende neo noir thriller, daarbij twijfel zaait over de ware aard van de drie Zuid-Koreaanse hoofdpersonages en eindigt op een manier die het mysterie alleen maar verdiept, waardoor je zin krijgt om dit fascinerende meesterwerkje opnieuw te bekijken.

Driehoeksverhouding

Gebaseerd op het kortverhaal Naya o yaku van de bekende Japanse schrijver Haruki Murakami uit 1983 (lees de Engelse vertaling Barn Burning hier), draait de meeslepende plot van Burning rond een ongemakkelijke driehoeksverhouding die op een vreemde, haast noodlottige manier evolueert vanuit het perspectief van het mannelijke hoofdpersonage Jong-su. De grote verdienste van het briljante scenario (geschreven door Jung-mi Oh en regisseur Chang-dong Lee) is dat het onduidelijk blijft of het perspectief van Jong-su wel helemaal strookt met de werkelijkheid, wat bijdraagt tot de mysterieuze, meerzinnige diepte van Burning.

Ah-in Yoo als Jong-su
en Jong-seo Jeon als Hae-mi.

Maar laten we beginnen bij het begin. En vergeef ons daarbij de vermelding van ogenschijnlijk onbelangrijke details, want die details en hun mogelijke draagwijdte krijgen in de loop van de film meer betekenis. Hieronder hebben we geprobeerd om SPOILERS te beperken, maar wie Burning nog niet gezien heeft en zich onbevangen wil laten verrassen door de boeiende plot kan nu stoppen met lezen.

Burning start met een brandend verlangen (pun intented) wanneer de jonge, introverte vrijgezel en deeltijdse koerier Jong-su (met toepasselijke terughoudendheid gespeeld door Ah-in Yoo) verliefd wordt op het opgewekte meisje Hae-mi (met ondoorgrondelijke charme belichaamd door Jong-seo Jeon). Hij komt haar toevallig tegen in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul, waar Hae-mi aan de ingang van een winkel staat te dansen op het voetpad terwijl zij een tombola presenteert om als hostess klanten te lokken voor de winkel. Hai-mi herkent Jong-su, want zij groeiden op in hetzelfde arme plattelandsdorp en waren daar ooit schoolgenootjes. Hij reageert verrast, want Hae-mi is intussen veranderd omdat zij naar eigen zeggen plastische chirurgie onderging. "Prettier now, right?", lacht ze. Tijdens de straattombola wint Jong-su een roze dameshorloge, dat hij kado geeft aan Hae-mi tijdens haar rookpauze. Terwijl ze samen roken, vertelt Jong-su dat hij ervan droomt om schrijver te worden. Later in de film beschrijft Jong-su de wereld als een mysterie en blijkt de Amerikaanse auteur William Faulkner één van zijn favoriete schrijvers. Hae-mi stelt aan Jong-su voor om na haar werk samen iets te gaan drinken. 

Op café vertelt Hae-mi dat zij als hobby mimelessen volgt. Ze toont Jong-su hoe je overtuigend een imaginaire appelsien kunt pellen en eten, en ze verduidelijkt dat een goede mimespeler niet zozeer moet geloven dat het om een echte appelsien gaat maar veeleer moet vergeten dat er geen appelsien is. Hae-mi kondigt aan dat zij binnenkort op vakantie gaat naar het Afrikaanse land Kenia en ze vraagt aan Jong-su of hij tijdens haar afwezigheid op haar kat wil passen. Hae-mi vertelt alvast over het traditionele onderscheid dat de Keniaanse Bosjesmannen maken tussen de Kleine Honger naar voedsel en de Grote Honger naar de zin van het leven. Na enkele drankjes valt Hae-mi op haar stoel in slaap (of doet zij alsof zij in slaap valt), waarna Jong-su de rekening in het café betaalt. Dat was hun eerste date. 

Tijdens hun tweede afspraakje neemt Hae-mi hem mee naar haar piepkleine studio. Daar roept zij haar kat, maar het beestje daagt niet op. Hae-mi zegt dat de kat bang is voor bezoekers en zich ergens in het flatje verbergt. Jong-su grapt dat haar kat misschien niet bestaat, net zoals haar gefingeerde appelsien tijdens haar mimedemonstratie op café. Hae-mi's studio ligt aan de noordzijde en heeft maar één venster, waardoor er slechts één keer per dag, in de late namiddag, kortstondig onrechtstreeks zonlicht binnenvalt via reflectie op de witte Namsan Toren in de verte. Hae-mi zet zich op haar bed en zegt tegen Jong-su dat hij haar in hun kindertijd lelijk noemde en negeerde. Toch zou hij haar volgens Hae-mi als kind ooit gered hebben uit een diepe waterput in hun geboortedorp, wat Jong-su zich echter ook niet kan herinneren. Daarna hebben ze op Hae-mi's initiatief seks in haar bed, waarbij ze één van de condooms gebruiken die Hae-mi klaar heeft liggen onder haar bed.

Hae-mi demonstreert hoe je een onbestaande appelsien kunt eten.

In Hae-mi's studiootje verandert de film stilaan van toon. Voordien leek Burning een doorsnee romantisch drama te worden. Maar terwijl Jong-su en Hae-mi vrijen, staart hij plots naar een streep zonlicht op de muur. Een meevaller, want in Hae-mi's studio schijnt maar één keer per dag kortstondig zonlicht. Tot het streepje zonlicht verdwijnt. Een vreemd, poëtisch moment, met een symbolische betekenis die pas later duidelijk wordt. Dit wordt geen voorspelbare film...

Terwijl Hae-mi op reis is, keert Jong-su enkele keren terug naar haar studio om de eet- en drinkbakjes van haar kat te vullen. De kat daagt nooit op, maar de eet- en drinkbankjes geraken telkens leeg, en onder Hae-mi's bed ziet Jong-su een kattenbak met drolletjes staan. Dat hij Hae-mi mist, blijkt uit het feit dat Jong-su herhaaldelijk masturbeert in haar studio terwijl hij in haar bed ligt of voor het venster staat en naar Hae-mi's foto op de muur of naar de Namsan Toren staart. In de studio is dan geen streep zonlicht te zien. Blijkbaar associeert Jong-su zijn nieuwe, afwezige liefje met zonlicht, wellicht vanwege Hae-mi's opgewekte, zonnige uitstraling en vanwege de streep zonlicht op de muur tijdens hun recente vrijpartij. Maar zij is ver weg, in Afrika...

Wanneer zij uit vakantie terugkeert en door Jong-su opgepikt wordt in de luchthaven van Seoul, blijkt Hae-mi niet alleen: ze arriveert met haar nieuwe 'beste vriend' Ben (glansrol van Steven Yeun), die zij naar eigen zeggen ontmoette in de luchthaven van de Keniaanse hoofdstad Nairobi terwijl zij daar wachtte op haar vertraagde terugvlucht. Hae-mi stelt voor om met z'n drieën op restaurant te gaan. Tijdens hun etentje vertelt Hae-mi in tranen hoe zij in de Keniaanse Kalahariwoestijn genoot van een mooie zonsondergang, moest wenen van ontroering en verlangde om samen met de zon te verdwijnen. Ben reageert hierop door te zeggen dat hij nog nooit geweend heeft en dus ook niet weet of hij droefheid kent. Hae-mi valt (alweer) in slaap op haar stoel (of doet weer alsof) en Ben betaalt de rekening. Jong-su wekt Hae-mi, waarna Ben voorstelt om haar naar huis te brengen. Hae-mi heeft de keuze tussen Bens dure Porsche of Jong-su's oude pickup truck. Ze stapt in de Porsche met Ben, waarna zij samen wegrijden en Jong-su achterlaten.

Ben is rijk, knap, zelfzeker, charmant, vlot in de omgang en zorgeloos op het arrogante af. Bens zelfverklaarde apathie (naar eigen zeggen kent hij geen droefheid) wordt bevestigd tijdens een onthullende scène waarin hij geeuwt terwijl Hae-mi de rituele dans van de Bosjesmannen over de Kleine en Grote Honger demonstreert aan Bens rijke vrienden. Let op Bens schijnbaar onschuldige glimlach en zijn subtiel, relativerend schouderophaaltje (briljant vertolkt door Steven Yeun) wanneer hij merkt dat Jong-su hem betrapt heeft op die respectloze, veelzeggende geeuw...

Steven Yeun als Ben.

Jong-su vergelijkt Ben met het rijke titelpersonage in de roman The Great Gatsby van de Amerikaanse schrijver F. Scott Fitzgerald uit 1925. Volgens Jong-su zijn er te veel Gatsbys in Zuid-Korea. De sociale kloof tussen de leefwereld van Ben, die in Seouls rijke Gangnam-wijk woont, en de arme Jong-su wordt treffend geïllustreerd met een doordachte overgang tussen twee scènes: eerst zien we Jong-su als een muurbloempje toekijken terwijl Ben en diens rijke vrienden zich samen met Hae-mi amuseren op de dansvloer van een trendy discotheek, waarna Jong-su de discotheek in zijn eentje verlaat; daarna zien we Jong-su plots de vuile koeienstal kuisen op de armoedige boerderij van zijn vader. Jong-su's vader is een opvliegende legerveteraan die sinds kort in de gevangenis zit wegens geweldpleging tegen een ambtenaar. Jong-su's moeder verliet het gezin toen hij nog een kind was, vanwege de agressie van Jong-su's vader, waarna de achtergebleven kleren van zijn moeder verbrand werden.  

Bens rijkdom draagt bij tot Jong-su's toenemende jaloezie. In het gezelschap van Ben en Hae-mi voelt Jong-su zich als een vijfde wiel aan de wagen, net als het titelpersonage in de uitstekende psychosociale misdaadthriller The Talented Mr. Ripley van Anthony Minghella uit 1999 (één van onze favoriete films over seriemoorden). Maar Jong-su is niet bereid om Hae-mi zonder slag of stoot op te geven. En zo ontwikkelt zich, net als in The Talented Mr. Ripley, een onvoorspelbare driehoeksverhouding, waarin Jong-su geen vat krijgt op de onduidelijke plannen en motieven van Hae-mi en Ben. Zijn Hae-mi en Ben inderdaad gewoon goede vrienden of gaat zij met hem naar bed? Hebben zij elkaar werkelijk pas voor het eerst ontmoet in de luchthaven van Nairobi of hebben zij hun vakantie samen doorgebracht? Zijn zij misschien zelfs samen naar Kenia vertrokken? En wat betekenen de make-up-doos en collectie vrouwenjuwelen die Jong-su later ontdekt in de badkamer van Bens luxueuze appartement...?


Obsessie

Terwijl Jong-su op de boerderij van zijn vader past, krijgt Jong-su er plots bezoek van Hae-mi en Ben. Ben steekt een joint op en ze roken met z'n drieën marihuana. Terwijl de zon ondergaat, doet Hae-mi een bitterzoet topless dansje ter ere van de zon en de Grote Honger. Tijdens die betoverende scène, die vier minuten duurt en in één take opgenomen werd, weerklinkt sfeervolle jazzmuziek van Miles Davis uit de soundtrack van het Franse neo noir misdaaddrama Ascenseur pour l'échafaud van Louis Malle uit 1958. Na haar dansje valt Hae-mi in slaap (of doet zij weer alsof). Terwijl zij slaapt (of dat veinst), zegt Ben aan Jong-su dat hij een bizarre, illegale hobby heeft: om de twee maanden steekt Ben op het platteland een serre in brand, omdat hij vindt dat die armoedige serres het Zuid-Koreaanse landschap ontsieren. Ben kondigt aan dat hij binnenkort een vlakbij gelegen serre in brand zal steken. Die onthulling versterkt Jong-su's wantrouwen tegenover Ben. 

En zo geraakt de gefrustreerde Jong-su stilaan geobsedeerd door die gluiperige rijkaard en zelfverklaarde pyromaan die kennelijk zijn nieuwe liefje gestolen heeft. Immers, vraagt Jong-su zich af: hoe belandde het roze dameshorloge dat verdacht veel lijkt op Hae-mi's nieuwe horloge plots in Bens badkamer? Waar komt de kat in Bens appartement vandaan? Is dat Hae-mi's kat? Of is het louter toeval dat Bens kat lijkt te reageren op de naam van Hae-mi's kat? En bedoelde Ben letterlijk "serres" toen hij verklapte dat hij graag armoedige serres in brand steekt? Of verwijst de "vlakbij gelegen serre" die Ben binnenkort wil verbranden naar iets of iemand anders...?

Jong-su dwaalt door de mist, op zoek naar een afgebrande serre.

Sporen en metaforen

Dat Burning uitstekend in elkaar zit, blijkt uit de mogelijke implicaties van allerlei details die doelbewust in het verhaal verwerkt werden:

- de slechtbetaalde baantjes van Jong-su en Hae-mi, alsook Hae-mi's piepkleine studio, tonen aan dat beiden het niet breed hebben.
- Hae-mi vindt haar uiterlijk belangrijk genoeg om plastische chirurgie te ondergaan en gebruikt haar uiterlijk om als hostess geld te verdienen.
- het is mogelijk dat Hae-mi valsspeelde tijdens haar straattombola om ervoor te zorgen dat Jong-su een dameshorloge won. In dat geval hoopte Hae-mi misschien van meet af aan dat Jong-su haar het horloge kado zou geven. 
- Hae-mi stelde aan Jong-su voor om op café te gaan, maar liet hem de rekening betalen terwijl zij sliep op haar stoel. Zij stelde ook voor om op restaurant te gaan, maar liet Ben de rekening betalen terwijl zij sliep op haar stoel. Viel zij telkens echt in slaap of deed zij alsof om niet mee te moeten betalen? Is zij het soort meisje dat financieel wil profiteren van haar dates?
- uit de condooms die Hae-mi onder haar bed heeft klaarliggen en uit het gemak waarmee zij op seks met Jong-su aanstuurde, valt af te leiden dat hij wellicht niet de eerste was met wie zij in haar studio seks had. Was zij toen echt verliefd op Jong-su? Of was zij van meet af aan van plan om hem te dumpen uit wraak omdat hij haar in hun kindertijd lelijk zou genoemd hebben en genegeerd zou hebben? Of is Hae-mi misschien gewoon iemand die van seks houdt en daar geen punt van maakt? Of gebruikt zij seks als betaling in natura voor kadootjes, gratis drankjes of etentjes?
- dat Jong-su tijdens zijn vrijpartij met Hae-mi naar de streep zonlicht op de muur staart is een metafoor voor zijn onverhoopt geluk dat hij als eenzame vrijgezel eindelijk in de armen ligt van een mooie en opgewekte jongedame die hij dan ook beschouwt als een 'zonnetje' in zijn leven. Wanneer de streep zonlicht plots verdwijnt, suggereert dat niet alleen de mogelijkheid dat Hae-mi teleurgesteld is in Jong-su's seksuele prestatie, maar is dat ook en vooral een onheilspellende voorbode van Jong-su's eigen teleurstelling wanneer Hae-mi hem lijkt in te ruilen voor Ben, waarna Jong-su zich niet kan verzoenen met het feit dat Hae-mi uit zijn leven lijkt te verdwijnen als een ondergaande zon.   
- hoewel Hae-mi een egoïstisch, materialistisch en oppervlakkig meisje zou kunnen zijn, lijkt zij toch een complexer, dieper en gevoeliger personage, getuige daarvan haar hobby als mimespeler, haar scherpzinnige uitspraken over pantomime, haar filosofische interesse in de Kleine en Grote Honger van de Keniaanse Bosjesmannen, en haar existentiële ontroering wanneer zij over de mooie zonsondergang in Kenia vertelt. Dat maakt van Hae-mi, zowel voor Jong-su als voor de kijker, een tegenstrijdig, moeilijk te vatten en dus fascinerend personage.
- ook Bens ondoorgrondelijke karakter draagt bij tot de spankracht van Burning. Enerzijds maakt hij een vriendelijke, charmante, intelligente en sociale indruk. Anderzijds is hij naar eigen zeggen niet alleen apathisch maar ook een pyromaan, en zien we hem door Jong-su's ogen in toenemende mate als een gewetenloze yuppie met slechte bedoelingen.   
- dat William Faulkner één van Jong-su's favoriete schrijvers is, geldt als knipoog naar Faulkners kortverhaal Barn Burning uit 1936, dat een inspiratiebron was voor Murakami's gelijknamige kortverhaal waarop de verfilming Burning gebaseerd is. Faulkners kortverhaal gaat, net als Burning, over de sociale kloof tussen arm en rijk, over de invloed van vaders en over wraak.
- ook de vergelijking die Jong-su maakt tussen Ben en het romanpersonage Gatsby heeft een diepere betekenis, want het titelpersonage in The Great Gatsby is een arme jongeman die gedumpt wordt door zijn rijke geliefde, zich nadien opwerkt tot een excentrieke miljonair en zijn intussen getrouwde geliefde weer voor zich probeert te winnen. De roman wordt verteld vanuit het perspectief van een andere man, die vaak blijkt te liegen. De parallellen met Burning zijn onmiskenbaar: Jong-su is arm, wil Hae-mi niet verliezen en is jaloers op de rijke Ben. Bovendien draait ook Burning rond mogelijke leugens.
- Hae-mi's hobby als mimespeler is een spel van illusies, dat zich beweegt op de grens tussen werkelijkheid en verbeelding, net als het scenario van Burning en het perspectief van Jong-su.
- Jong-su's beschrijving van de wereld als een mysterie en zijn aspiraties als would-be-schrijver suggereren dat hij beschikt over een creatieve verbeelding en daardoor misschien verhalen in de wereld meent te ontdekken die niet noodzakelijk stroken met de werkelijkheid. Zo zegt Jong-su tijdens zijn eerste bezoek aan Hae-mi's studio grappend dat haar kat misschien niet echt bestaat. Maar terwijl Hae-mi in Afrika is, ontdekt Jong-su in haar studio de kattenbak met drolletjes en merkt hij dat de door hem gevulde eet- en drinkbakjes leeg geraken. Anderzijds ziet hij daar nooit een kat en ontdekt hij bovendien dat katten niet toegelaten zijn in het gebouw.
- omdat Murakami's kortverhaal Barn Burning verteld wordt bij monde van de protagonist als een monologue intérieur op basis van diens herinneringen, is het toepasselijk dat ook de verfilming ervan in Burning ontvouwd wordt vanuit Jong-su's perspectief. 
- wanneer Jong-su op zoek gaat naar de beweerde waterput uit zijn kindertijd, die hij zich niet kan herinneren maar volgens Hae-mi in hun geboortedorp ligt, is dat niet alleen Jong su's poging om te achterhalen of Hae-mi de waarheid sprak, maar ook letterlijk en figuurlijk een zoektocht naar sporen van Jong-su's eigen verleden.
- vermits Jong-su als kind in de steek gelaten werd door zijn moeder, is het mogelijk dat hij sindsdien met verlatingsangst worstelt en wantrouwig staat tegenover vrouwen;
- Jong-su's vader is een trotse en opvliegende eenzaat. Zo vader, zo zoon...?

De filmtitel Burning heeft meerdere betekenissen en verwijst niet alleen naar het in brand steken van serres. Ook het brandende verlangen van Jong-su klinkt mee in de filmtitel: zijn brandende verlangen naar Hae-mi en zijn brandende verlangen om de waarheid te ontdekken. Bovendien speelt de brandende zon een symbolische rol in Burning, als bron van licht, warmte, vreugde en leven. Een zonsondergang (en zelfs de herinnering eraan) doet Hae-mi wenen en dansen van ontroering. En Jong-su ziet de zon figuurlijk ondergaan in zijn relatie met de aanvankelijk zonnige maar nadien afstandelijke Hai-mi. Tot slot verwijst de filmtitel ook naar de significante anekdote over de verbranding van de achtergelaten kleren van Jong-su's moeder nadat zij het gezin wegens huiselijk geweld verlaten had toen hij nog een kind was. Die jeugdanekdote krijgt een tragische dimensie tijdens de cruciale slotscène waarin Jong-su zijn eigen kleren uittrekt en verbrand, alsof hier een familiaal noodlot aan het werk is. Jong-su wandelt naakt als een pasgeboren baby weg. De vicieuze cirkel is rond...



Meeslepende raadsels

Met uitstekende vertolkingen van de drie hoofdrolspelers, knap camerawerk (onder leiding van 
Kyung-pyo Hong), een zeer degelijke montage (door Hyeon Kim en Da-won Kim) en sfeervolle muziek (van de Zuid-Koreaanse filmcomponist Sung-hyun Lee aka Mowg), houdt Burning de kijker in spanning over de afloop van het mysterie. De film had nog wat spannender gekund, maar als psychosociale karakterstudie en mysterie is Burning hoe dan ook een voltreffer. 

Regisseur Chang-dong Lee en zijn acteurs blijken meester-manipulators. We sympathiseren met Ah-in Yoo als de vertwijfelde en jaloerse Jong-su, terwijl Steven Yeun de juiste, gluiperige uitstraling heeft als de gladde yuppie Ben, en actrice Jong-seo Jeon overtuigend het contrast tussen Hae Mi's lichtvoetige charme en haat onpeilbare zielenroerselen belichaamt. Onze sympathie met protagonist Jong-su en onze antipathie ten opzichte van antagonist Ben lijkt terecht, maar misschien wat voorbarig, terwijl Hae-mi een raadsel blijft. Burning gaat immers niet alleen over de impact van de sociale kloof tussen rijk en arm op de relaties tussen Zuid-Koreaanse jongeren, maar ook over jeugdtrauma's, eenzaamheid, jaloezie, liefdesverdriet, paranoia, onderdrukte woede en de subjectiviteit van percepties die brandende vragen oproepen:

- moeten we Hae-mi begrijpen als een onschuldige, happy-go-lucky jongedame of veeleer als een manipulatieve en ontrouwe verleidster en femme fatale die Ben aan de haak slaat (of probeert te slaan) omdat ie rijk is? Zijn haar gevoelens voor Jong-su en Ben oprecht en wat zijn die gevoelens precies? Verliefdheid? Vriendschap? Lust? Een combinatie daarvan? Of is Hae-mi slechts uit op aandacht, kadootjes en/of geld?
- strookt Jong-su's perceptie van Ben als een slechterik wel met de werkelijkheid of is die perceptie onbetrouwbaar, misschien zelfs onterecht, als gevolg van Jong-su's jaloezie en wantrouwen?
- waar is de beweerde waterput? Bestaat die wel?
- hecht Jong-su te veel belang aan Bens kat en aan de make-up-doos, de vrouwenjuwelen en het roze dameshorloge in diens badkamer? Of kloppen Jong-su's achterdochtige vermoedens?
- werd Hae-mi kwaad, teleurgesteld en/of beschaamd toen Jong-su haar verweet dat zij tijdens de zonsondergang op de boerderij met ontblote borsten danste in aanwezigheid van Ben?
- wanneer Jong-su op het platteland door de mist dwaalt, op zoek naar de vlakbij gelegen "serre" die Ben naar eigen zeggen in brand wilde steken, dwaalt Jong-su dan ook figuurlijk door de misleidende mist van zijn eigen gedachten en gevoelens?
- laat Jong-su zich, net als een romanschrijver of goede mimespeler, op sleeptouw nemen door zijn eigen verbeelding, waarbij hij de realiteit vergeet en de mogelijkheid negeert dat Hae-mi hem misschien gewoon dumpte? Is Jong-su's verlangen naar haar vergelijkbaar met het verlangen van iemand die trek heeft in een sappige appelsien maar vergeet dat die appelsien er misschien niet (meer) is? Misschien was Hae-mi altijd al een louter illusoir en dus onbereikbaar doel van Jong-su's verlangen, want het is mogelijk dat zijn verliefdheid op Hae-mi nooit echt wederzijds was en zij altijd onbereikbaar voor hem bleef. Of misschien werd zij hem gewoon beu? Of is er meer aan de hand en zouden wij, als kijker, blind zijn voor de realiteit indien wij het potentiële belang zouden negeren van de verontrustende aanwijzingen die Jong-su meent te ontdekken...?  

En zo dwaalden wij in het spoor van Jong-su, tussen hoop en vrees, door een fascinerend doolhof van onheilspellende percepties, mogelijke verbanden en wisselende emoties, die na afloop van Burning lang blijven nasmeulen als gloeiende as. Het is een doolhof waarin niet alleen Jong-su maar ook de kijker verloren loopt. In dat opzicht deed Burning ons denken aan:
- het invloedrijke epistemologisch misdaadmysterie Rashomon van Akira Kurosawa uit 1950;
- het briljante en visueel verbluffende misdaadmysterie Vertigo van Alfred Hitchcock uit 1958 (één van onze favoriete films aller tijden; bekijk de knappe begingeneriek hier);
het koortsige psychologisch relatiedrama L'Enfer van Claude Chabrol uit 1994: één van de meest fascinerende films over jaloezie aller tijden (bekijk de trailer hier);
- het schitterende Zuid-Koreaanse misdaadmysterie Memories of Murder van Joon-ho Bong uit 2003 (één van onze favoriete films over seriemoorden en één van onze favoriete politiefilms; bekijk de trailer hier en de hele film hier);
- en het verrassende Zuid-Koreaanse misdaadmysterie Mother van Joon-ho Bong uit 2009 (lees onze recensie hier en bekijk de trailer hier).

Elk van deze fascinerende films thematiseert de onbetrouwbare subjectiviteit van percepties en herinneringen. Of zoals de protagonist zegt in het voormelde kortverhaal Barn Burning van Murakami, wanneer de protagonist terugdenkt aan het moment waarop zijn mimespelende date overtuigend deed alsof zij een appelsien at, hoewel er geen appelsien was: "...gradually the sense of reality is sucked right out of everything around you. It's a very strange feeling."

JN.

Burning aka Beoning (Zuid-Korea-2018): in de Belgische bioscopen sinds 29 augustus 2018.
Met: Ah-in Yoo, Jong-seo Jeon en Steven Yeun.

Genre: mysterie / thriller / neo noir / psychosociaal drama / romantiek

Klik op de oranje link voor de trailer: Burning - trailer






Geen opmerkingen:

Een reactie posten